Zaltbommel
In de grote stad Zaltbommel
heerste grote watersnood
en zo mening arme drommel
die niet zwemmen kon ging dood
Refrein:
En te midden van die rommel, rommel
dreef de torenspits van Bommel, Bommel
en temidden van die rommel, rommel
dreef de torenspits in ’t rond
Op een vlot met houten planken
zat een grote herdershond
zo erbarmelijk te janken
omdat hij zijn baas niet vond
‘tWas afgrijslijk te aanschouwen
hoe, berooft van haar corset
een boerin uit Henegouwen
aan kwam drijven op haar vet
In een mand met verse broodjes
dreef des bakkers jongste kind
zwaaide met z’n blote pootjes
en stonk uren in de wind
In een Ford met lekke banden
zat een rijke kruidenier
tussen zijn verkleumde handen
klemde hij een heel vat bier